Nederlands - Grammatica - Soluzioni lezione 5

 
 
 

Start pagina | Aantekeningen |  NederlandsHulpbronnen | Zoek
Home page | CommentsNetherlandsResources | Search
 
 
 

1. Dare una risposta
  1. Nee, ik heb geen fiets
  2. Nee, ik heb geen kinderen
  3. Nee, ik spreek geen Russisch
  4. Nee, ik heb geen leesbril
  5. Nee, ik wil geen broodje
  6. Nee, ik wil geen soep
  7. Nee, ik leer hier geen spaans
  8. Nee, ik heb geen geld
  9. Nee, ik heb geen huisdier
  10. Nee, ik geef geen feestje

2. Usare Geen o Niet

  1. geen
  2. niet
  3. niet
  4. geen
  5. geen
  6. geen
  7. niet
  8. niet

3. Metter 'niet' nel posto giusto

  1. Hij rookt niet
  2. Morgen komt ze niet
  3. Soms kookt hij niet
  4. De baby van de buren lacht niet
  5. Deze vogel kan niet praten
  6. Kunnen je vrienden je niet helpen?
  7. Wie komen er vanavond niet (eten)?
  8. Ik ga vanavond niet (trainen)

4. Niet o Geen?

  1. niet
  2. niet
  3. geen
  4. niet
  5. niet
  6. niet
  7. niet
  8. niet, geen
  9. niet
  10. niet
  11. geen
  12. niet

5. Usare le seguenti parole per riempire i vuoti
ergens, iemand, iets, nergens, niemand, niets

  1. iets
  2. iets
  3. iemand
  4. ergens
  5. iets
  6. niets
  7. iemand
  8. niets
  9. ergens, niemand

6. Usare le seguenti parole
geen, meer, niet, niet meer, nog niet, wel

  1. niet, wel - oppure wel,niet
  2. niet meer
  3. wel, niet - oppure niet, wel
  4. niet, wel
  5. geen ... meer


Commenti

No messages this document does not accept new posts